Taxi-app Uber krabbelt onder politieke druk terug en tempert extreme prijsfluctuaties. Economische rationeel is dat niet, stelt Hendrik Oude Nijhuis.
Wellicht heb je al eens gehoord van taxi-app Uber. Heel misschien – Uber is ook in een aantal Nederlandse steden actief – maakte je er al gebruik van.
Uber is een smartphone-app waarmee heel eenvoudig een taxi te regelen is en te betalen. Het idee achter Uber is dat middels slimme technologie vraag en aanbod beter op elkaar wordt afgestemd (ridesharing).
Als klant hoef je hierdoor minder lang te wachten en zijn er meer opties beschikbaar. Taxichauffeurs hoeven minder vaak met een lege auto te rijden en hoeven niet meer uren op een plek te staan waar blijkbaar niemand op een taxi zit te wachten.
Uber werd in 2009 opgericht en bij een recente investeringsronde werd het bedrijf al op 17 miljard dollar (!) gewaardeerd. Google is een van de eerste investeerders in Uber en gespeculeerd wordt dat Uber een mooie toevoeging zou zijn aan Google’s project rond zelfrijdende auto’s.
Dynamische taxiprijzen
Een aspect van Uber dat economen fascineert is de dynamische tariefstelling. Wanneer er plots vraag naar taxiritten is - op oudejaarsavond in New York bijvoorbeeld of vanwege een sneeuwstorm waardoor het openbaar vervoer is stilgevallen - worden de prijzen automatisch fors verhoogd.
Zelfs in tijden van een geëxplodeerde vraag naar taxiritten zorgt het prijsmechanisme ervoor dat je gewoon een taxi kunt krijgen. Mits je natuurlijk bereid bent de hoge prijs ervoor te betalen.
Morele misdaad?
Maar menigeen lijkt zulke prijsverhogingen - bijvoorbeeld vanwege een sneeuwstorm - als een morele misdaad te beschouwen. Wetgevers zijn er evenmin van gecharmeerd en onder druk van Amerikaanse autoriteiten heeft Uber besloten haar taxitarieven minder te laten fluctueren dan volgens het prijsmechanisme eigenlijk optimaal zou zijn.
Rationeel gezien kunnen er bij het afschaffen van het prijsmechanisme echter eveneens morele vraagtekens gezet worden.
Het prijsmechanisme zorgt er namelijk voor dat het beschikbare aanbod (in grote lijnen) terechtkomt bij die personen die daar op dat moment het meeste waarde aan hechten. Hoge prijzen zorgen er bovendien voor dat het aanbod zo snel mogelijk wordt aangevuld, waardoor het evenwicht zich weer herstelt en prijzen naar hun normale niveaus terugkeren.
Tijden van schaarste
Maar kennelijk wordt het prijsmechanisme in tijden van schaarste niet bepaald gewaardeerd - zelfs niet wanneer er geen enkel verband is tussen de aanbiedende partij en de oorzaak van de schaarste.
Anders gesteld verkiezen velen in tijden van schaarste blijkbaar een heel kleine kans - en lang wachten - op het krijgen van een taxi, boven de optie zeker een taxi te krijgen mits daarvoor een prijs betaald wordt die volgens sommigen te hoog is.
Degenen die in het scenario van opgelegde lage prijzen het geluk hebben snel een taxi te krijgen, hebben echt geluk - zij betalen minder dan anders het geval zou zijn. Maar vele anderen hebben pech: de taxichauffeurs die minder verdienen dan de omstandigheden rechtvaardigen en degenen die helemaal geen taxi weten te bemachtigen terwijl ze daar best meer voor hadden willen betalen.
Wel of geen taxi
Wat moreel verwerpelijker is valt te bezien. Hoge prijzen in tijden van schaarste - maar zeker weten dat je een taxi bemachtigen kunt - of een opgelegde 'lage' prijs waardoor je er in sommige situaties vrijwel zeker van kunt zijn sowieso geen taxi te kunnen bemachtigen.
De afkeer van hoge prijzen in tijden van schaarste is begrijpelijk maar economisch rationeel is die afkeer niet. Uber's keuze om taxitarieven in tijden van grote vraag (te) laag te houden maakt menig econoom in zijn hart een beetje verdrietig.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl over de beleggingsstrategie van Warren Buffett. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl